Spraak

Moeite met verstaanbaar spreken kan verschillende oorzaken hebben, zoals articulatieproblemen, vertraagde spraakontwikkeling, slissen, te hoge of te lage spreektempo en nasaliteitsstoornis.

Spraakstoornissen kunnen worden onderverdeeld in een fonologische stoornis en een fonetische stoornis. Een fonologische stoornis heeft te maken met problemen in de organisatie van spraakgeluiden in het mentale lexicon (de interne woordenlijst van een persoon) en de regels die worden gebruikt om die geluiden te combineren en te gebruiken. Personen met een fonologische stoornis hebben vaak moeite met het begrijpen en toepassen van de regels van de fonologie van hun taal, wat leidt tot vervormde uitspraken, weglatingen of vervangingen van bepaalde geluiden of geluidsgroepen.

Aan de andere kant verwijst een fonetische stoornis naar problemen met de fysieke productie van spraakgeluiden. Het heeft te maken met de juiste vorming van geluiden met de lippen, tong, keel en andere spraakorganen. Personen met fonetische stoornissen kunnen bijvoorbeeld moeite hebben met het coördineren van de bewegingen van hun spraakorganen, wat resulteert in onduidelijke articulatie of problemen bij het produceren van bepaalde geluiden.

Daarnaast komen de volgende problemen vaak voor: slissen en nasaliteit. Deze worden hieronder beschreven:

Slissen

Door te weinig beheersing van de tongmotoriek en/ of door te slappe tongspieren zal de /s/ verkeerd worden uitgesproken en klinkt het niet zuiver. De verstaanbaarheid kan hierdoor worden belemmerd.

Nasaliteitsstoornis

De meeste klanken worden door de mond geproduceerd, behalve de klanken /ng/, /n/ en /m/. Als er een abnormale hoeveelheid lucht door de neus stroomt tijdens het spreken, kan dit leiden tot een nasale stemkwaliteit, waarbij de stem klinkt alsof de spreker verkouden is.